De kamsalamander

 

Kamsalamanders danken hun naam aan de getande rugkam

Deze kam ontwikkelt zich in het voorjaar om later weer te verdwijnen.

Het zijn de grootste inheemse salamanders en kunnen tot 20cm lang worden.

Van maart tot juli verblijven ze in het water.  Kamsalamanders zijn vrij zeldzaam en staan inmiddels op de rode lijst van

bedreigde diersoorten

 

 

 

De ringslang

 

De ringslang is het grootste inheemse reptiel en dankt zijn naam aan de gele of oranjekleurige ring achter zijn kop.

Het vrouwtje kan wel 120cm lang worden en het mannetje 90cm.

De ringslang is niet giftig;  kan uitstekend zwemmen en wel 20 minuten onder water blijven.

Zijn voedsel bestaat uit kikkers, padden, salamanders en muizen.

 

 

 

De groene specht

 

 

De groene specht:  is een vogel en heeft een lengte van 31 cm met een lange tong van 20cm. Hiermee kunnen ze gemakkelijk insecten vangen. Hij is te herkennen aan zijn luide 'lach'. In tegenstelling tot andere spechten, tref je de groene specht vaak aan op de grond. Hij eet wormen, rode bosmieren en allerlei andere insecten. Deze vogel staat ook op de rode lijst.

 

 

 

De grote bonte specht

 

De grote bonte specht: deze vogel is 20-26cm groot en een algemene verschijning. Hij eet voornamelijk larven van kevers, die zich onder de bast van naaldbomen bevinden en verder noten, zaden en bessen.

 

 

 

 

De bosuil

 

klik op onderstaande afbeeldingen om de foto's van het nest van de bosuil te vergroten

 

 

Het ringen van een jonge rode wouw

 

 De havik en de sperwer

 

Het winterkoninkje

 

                    Sluwe koning der vogels speelde vals.

 

Omdat het de vogels aan een koning ontbrak, stelde de wijze uil een vliegwedstrijd voor. Alle vogels zouden meedoen, en wie het hoogst kwam had gewonnen. De ijsvogel, de koolmees, de heggemus -allemaal vlogen ze, hoger en hoger, tot ze niet meer konden en uiteindelijk alleen de adelaar nog door het luchtruim zweefde.

Maar nèt voor hij wilde afdalen om zich tot koning te laten kronen, vloog er uit zijn verenkleed opeens een klein vogeltje omhoog. Een winterkoninkje, dat zich daar stiekem had verscholen. Het hele stuk was hij meegelift, maar nu vloog hij op eigen kracht een paar meter de hoogte in en kwetterde triomfantelijk dat híj nu de winnaar was.

Maar eenmaal terug op de grond kreeg hij de wind van voren: hij had gewonnen door vals te spelen, en dus zou hij alleen tot koning van de winter worden gekroond. Beschaamd trok het winterkoninkje zich terug in de struiken, en besloot nooit meer zo hoog te vliegen.

 

De ree en de das